Over de afgelopen en komende maanden zijn en worden er veel werkzaamheden verricht om het nieuwe core netwerk live te brengen. Dit blogartikel licht iets toe over de netwerktopologie en gekozen hardware. De belangrijkste hoofdredenen voor het nieuwe core netwerk zijn tweeledig:
1) Het toevoegen van extra capaciteit binnen, maar ook tussen de datacenters.
2) Het vervangen van de bestaande core routers door snellere modellen, om gebruik te kunnen maken van nieuwe en extra features.
Binnen het Interconnect netwerk maken we gebruik van apparatuur in de eigen datacenters en de datacenters die bestempeld zijn als point of presence (POP) locatie, waar verbindingen met het internet en andere diensten gemaakt worden.
Voor een POP locatie maken we onderscheid tussen 2 types POP locaties:
core-pop – Een POP locatie waar Interconnect het volledige portfolio aan diensten kan leveren en core netwerk apparatuur ondergebracht is.
remote-pop – Een POP locatie waar enkel de benodigde apparatuur staat om deze POP te verbinden met de andere locaties. Hier worden geen rechtstreekse diensten geleverd.
Op het moment van schrijven worden Digital Realty AMS1 (Science Park), Equinix AMS-7 (Kuiperbergweg) en KPN NL-DC (Eindhoven) als core-pop aangeduid, waar Interxion Science Park als remote-pop gezien wordt.
Tussen de datacenters in Amsterdam bevindt zich een redundante glasvezelring, die de datacenters onderling in verbinding brengt. Vanuit Amsterdam lopen er bovendien darkfibers naar de Interconnect datacenters in ’s-Hertogenbosch (DC1) en Eindhoven (DC2).
Schematisch ziet de netwerktopologie van Interconnect er grofweg als volgt uit:
Na de implementatie van het nieuwe core netwerk wordt de glasvezelring te Amsterdam aangesloten op basis van 40 gbit/s. De verbindingen tussen Amsterdam en ’s-Hertogenbosch / Eindhoven worden belicht door middel van DWDM, waardoor we DWDM naar Amsterdam aan het portfolio toe kunnen voegen. Tussen onze eigen datacenters zullen 2 redundante paden van 100 gbit/s in gebruik genomen worden om de groei voor de komende jaren te kunnen borgen.
In de vorige blog hebben we onze keuze voor de Juniper Networks MX204 router al toegelicht. Deze router kan onze vraag naar capaciteit perfect addresseren.
De MX204 is voorzien van een high-performance 1.6-GHz Intel 8 Core X86 CPU, 32-GB DDR4 RAM en een 100-GB SATA SSD. Door deze snelle en hoge specificaties kan dit platform BGP routing updates aanzienlijk sneller verwerken, dan de huidige routing engines in de MX480 routers. Dit komt de ‘convergence’ (de tijd die het kost voor alle routers om hetzelfde beeld van de netwerktopologie hebben) aanzienlijk ten goede.
Voor wat betreft interfaces is de MX204 uitgerust met:
- 4x dual rate QSFP (40G) of QSFP28 (100G) poorten.
- 8x SFP+ (10G/1G) poorten
De QSFP en QSFP28 poorten zullen verbinden naar de andere datacenters door middel van LACP. Zodat we in de toekomst gemakkelijk capaciteit bij kunnen voegen, zonder hiervoor de interfacing aan te (hoeven) passen.
De verwachting is dat we dit project binnen het eerste kwartaal van 2019 afronden en volledig gebruik maken van de nieuwe infrastructuur.
Plaats reactie